ENKELE OPMERKELIJKE BROKKEN

 

Hier wil ik enkele opmerkelijke personen van de grote Brokkenfamilie bespreken. Het zijn allemaal afstammelingen van stamvader Wouter Broc. Op de een of andere manier hebben ze zich verdienstelijk gemaakt en hebben zo enige bekendheid verkregen.

De volgende personen zal ik behandelen:

 1. Jan Brock, notaris en stadssecretaris van 's-Hertogenbosch.

 2. Wouter Brock, kanunnik aan de domkapitel te Utrecht eind 16e eeuw en vicaris, met belangstelling voor heraldiek.

 3. Adriaan Brock, historicus, huisschilder, koster en kaarsenmaker.

 4. Arnold Brocx, notaris, staatsman (tijdelijk minister van Koloniën, griffier van de Hoge Raad der Nederlanden.

 5. Willem Leendert Hendrik Brocx, scheepsklerk en resident van Timor.

 6. Lodewijk Gerard Brocx, marineofficier, minister van Marine.

 7. Derk Brocx, arts en chef Rode Kruis Maastricht.

 8. Bernard Brocx, luitenant-ter-zee en geheim agent.

 9. Gerrit (Gerardus Philippus) Brokx, CDA-politicus; staats secretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

      Milieubeheer; burgemeester van Tilburg.

 10. Corry (Cornelia Maria) Brokken, zangeres (winnares Eurovisiesongfestival), radio- en televisiepresentatrice, juriste

      (advocate en later rechter).

11. Hans Michiel Brokken, historicus, kunsthistoricus en archivaris.

12. Jan Brokken, schrijver van romans, reisverhalen en literaire non-fictie.

13. Bas den Brok, geoloog en genealoog.

14. Perry den Brok, hoogleraar in Onderwijs- en Leerwetenschappen op de Wageningen University.

1. JAN BROCK

 

Jan of Johannes Brock (1) werd rond 1502 geboren. Hij werd notaris in 's-Hertogenbosch.

In 1525 was hij in het huis "de Notenboom" in de Hinthamerstraat als notaris aanwezig bij de overdracht van een erfpacht aan Henrick Brock en Arnt Naet, armenmeesters van het Hinthamereinde.

Op 20 december 1526 droeg Henrick Marten Brocxsoen in "de Notenboom" ten overstaan van meester Jan als notaris een stuk land te Rosmalen over aan twee meesters van het Zinnelooshuis bij de St.Anthoniuskapel op het Hinthamereinde. Voor de akte van 1526 ontving meester Jan Brock van het Zinnelooshuis 7½ stuiver.

Zijn notariële bevoegdheden zijn in 1531 op keizerlijk gezag bevestigd (sacra imperiali aucthoritate continuatus). In de voet van zijn gestempelde signet staat het motto: "Cor hominis disponet viam suam", letterlijk vertaald: de weg van de mens wordt door zijn hart bepaald. Dit motto komt uit Spreuken 16 vers 9: Cor hominis disponet viam suam, sed Domini est dirigere gressus eius, hetgeen de Katholieke Willibrordbijbel vertaalt met: Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de Heer richt zijn schreden.

In een akte van 1536 noemt hij zich clericus Busciducensis en onder een afschrift van een akte uit 1537 ook geswoeren clerck tsHertogenbossche. Vermoedelijk betekende dit dat hij aan het hoofd stond van de secretarieklerken (2).

Plattegrond van Den Bosch uit 1588 (Braun en Hogenberg, uitgave tussen 1588 en 1617)

Tekening van de Sint-Jan via Erfgoed 's-Hertogenbosch

Met Pasen 1541 werd hij stadssecretaris. Op 3 mei 1541 werd hij als secretaris samen met de schepen meester Marten die Greve naar Brussel gezonden om daar met de gedeputeerden van andere steden te overleggen over de misbruiken die plaats zouden vinden op de veestapel van Dordrecht. Na 14 dagen bereikten ze een accoord met de prins van Oranje over de tol van Baarle-Nassau. Twee maanden later moesten ze opnieuw naar Brussel in verband met de tol te Baarle-Nassau en tevens om de "groote abusen ende nyewicheyden" te bestrijden waarmee de warandmeester van Brabant en de pachter van de houtschat de inwoners van de Meierij kwelden. Deze onderneming duurde bijna een maand. (2)

In 1546 nam hij deel aan een werkstaking naar aanleiding van een conflict met de schout .

Rond 1550 woonde hij in de Hinthammerstraat, vlak bij de Sint Jan.

In 1557 woonde Jan in de Claerenstraet, waar toen ook zijn zoon Ariaen woonde.

Jan was gezworen broeder van de O.L.V.-broederschap. Hij behoorde tot de rijkste 6 procent van de Bossche belastingbetalers.

Hij was getrouwd met Maria Adriaens van der Mazen. Met haar kreeg hij een zoon Adriaen. Zij overleed rond 1536.

Hij trad voor de tweede maal in het huwelijk met Henrica Jacob Spycker. Ze kregen een dochter Jenneke. Henrica overleed rond 1554.

In 1553 verkocht Jan al zijn huisraad, aangekocht met Henricxken (Henrica), aan Mr. Goijaerd van Empel, die enkele dagen later weer alles terugverkocht. (4)
Het derde huwelijk was met een Agnees. (5)

Wapen van Mr. Jan Brock zoals het is afgebeeld in het wapenboek van de Lieve Vrouwen Broederschap. Het boek is gedateerd 1606. (3)

 

 

Kopie van een akte die waarschijnlijk door Jan Brock zelf geschreven is. Er staat geschreven: "Geconfereert dese copie ofte extracte ... // principalen testamente, is de zelve copi[e] // ofte extracte van woerde tot woerde // bevonden daer mede accorderende bij mij // Jan Brock geswoeren clerck tshertogenbossche // als openbaer notarys byde keij... m... // gecontinueert." (6)

Hij bleef secretaris tot aan zijn dood op 28 december 1559 in 's-Hertogenbosch en werd begraven in de Sint Janskathedraal. Zijn graf is te vinden in de zuidelijke buitenzijbeuk van het koor, de tweede travee vanaf het transept, de middelste van de noordelijke rij van drie zerken.

Aangezien het grafopschrift in één keer geschreven (gebeiteld) lijkt, moet dit na de dood van Jutken , de vrouw van Adriaen Brock, zijn gebeurd, dus op 3 augustus 1618. Ook het wapen lijkt van 3 augustus 1618 te zijn, tegelijk met het opschrift. ( 7)

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Jan Brocken zie "Genealogie van wouter Broc'

    (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen. VIII-15.

2. A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late Middeleeuwen

    (1306-1531) (Amsterdam 1998)

3. Het wapen is ingescand door het BHIC te Den Bosch. De afbeelding staat op scan 199. De tekst was: M(eeste)r Joannes

    Brock secretaris deser stad. Obiit 28 decemb[ris] 1559

4. Bron: 1553 mei 2 . RA 1844 2.5.1553 f 96

5. 1573 oktober 9 Lambert CORNELIS, wolverkoper, Jan van LIER, coopman van lijnwaet en Jacop van MERSSEL, rentenier,

     zijn momboirs gesteld over Jan onmondige zoon van wijlen Henrick Peters van WAETSELAER bij wijlen Henricxken zijn

     huisvrouw dochter van Geraert van HEESSEL bij wijlen Adriana zijn huisvrouw dochter van Geraert van ACHEL. Verkoop

     van een hofstad met zijn aangelag in de Wijntmolenbergstraat te ’s-Hertogenbosch door Geraert van HEESSEL gekocht

     van Marcelis van de KUECKEECK, samen met Agnees weduwe van Jan BROCK en Baetken weduwe van Jan van STRIJP,

     kind en kindskinderen van Geraert van HEESSEL en Adriana zijn huisvrouw. R1923 9.10.1573 f 493

6. Bas den Brok: http://www.denbrok.ch/genealogie)

7. Opmerking Bas den Brok; foto Toon den Brok 2006; Een uitvoerige beschrijving van de grafzerk en een betere foto is te

     vinden op de website van de Sint Jan.

 

2. WOUTER BROCK

 

Wouter Brock werd geboren op een grote pachthoeve in Tilburg als kind van Gerydt Jan Brock (1) en Odilia Wouters van Haren. Van de Broeders des Gemenen Levens te 's-Hertogenbosch kreeg hij waarschijnlijk een beurs om middelbaar onderwijs te volgen. Na zijn priesterwijding is hij een periode werkzaam geweest als dienaar (soort klerk) van Jan Beyer, kannunik en notaris van de bisschop te Utrecht.

Schilderij van Joost Corneliszn Droochsloot. Panorama Dom van Utrecht.

In 1565 werd hij vicaris van het Sint-Barbara altaar in de Utrechtse Domkerk. Hij verdiende er, omgerekend zo'n 25 euro per jaar. De baan had hij te danken aan Otto van Malsen, die vond dat de zoon en broer van de heren van Tilburg en Goirle hiervoor de juiste persoon was.

Hij had een grote belangstelling voor de oudheden van Utrecht. Ook wist hij alles over de inrichting en rechtsgewoonten van het Utrechtse Domkapittel.

In 1583 stelde het kapittel: "om die goede scientie ende vervarentheit van heer Wouter Brock, vicaris onser kerke, die hij heeft van alle onser kercken statuten, costumen, gerechticheyden ende privilegiën.." hem aan als vraagbaak voor de kanunniken tegen een jaarrente van 100 carolusgulden.

Hij schreef de oude Talmud van Gerlach van der Donck over en voorzag het van aantekeningen en een nieuwe indeling.

Alles wat hij onder zijn handen kreeg voorzag hij van commentaar en aantekeningen. Zo vermelde hij in de kantlijn van een kopie van een overeenkomst tussen de stad Utrecht en de geestelijkheid in 1579, dat de eerste steen van het stadhuis van Antwerpen op 27 februari 1561 was gelegd, maar dat het gebouw samen met andere huizen op 4 november 1576 door de Spanjaarden was verbrand.

Uit enkele brieven aan Wouter van zijn broers bleek ook zijn grote belangstelling voor heraldiek en het familiewapen.

Zo schreef een Henric Brock op 22 augustus 1565 aan de Utrechtse domkapelaan Wouter Brock:

"Eersame, goede vrient. Ic heb ontfangen uwen brief den XIXen dach augusti, bij den welck ghij mij scrijft hoe dat ghij gerne zout weeten van waer die Brocken gesproeten sijn. Soe sult ghij weeten dat sij gesproten syn van Sint Oeden Roede ende dat daer geweest sijn drie gebroeders ende hebben gefondeert een beneficie. Ende die selve gebroders die hebben elck verweckt kynderen. Vanden eenen is gecoemen Aert Brock ende heeft eenen soen aftergelaeten, dat een minderbruuer is. Ende die ander een dochter ende eenen soen. Ende waer die vervaeren syn, dat is mij onkennelyck. Ende den doerden was mijn vader, die sinen vaeder nyet gekent en heeft, doer syn aflyfichheyt vander groter peste geleden hondert jaer. Ende ic en heb myn vader ooc nyet gekent doer syn coert leven, want hij hadde gedient koninck Philips, die bleeff in Hispaniën. Ende daer was hij bij XVII jaeren, ende was in dienste van hem. Ende ic doen ic was out XIII jaeren heb ic geweest voer Weenen, doe den Toerk ierst daer quaem, ende voert in Italiën ende Vrancryck. Dat ic die vrienden ooc nyet voele gekent en hebbe, dan dat ic nu gewoent hebbe met myn huysvrouwe tot Roede XXXIII jaeren ende bij haer verweeckt eenen soen genaempt Jan Brock, ende V dochteren. Ende doer die groete menichte van dochteren soe is het geheel gheslecht vytgaende, dan op mijnen persoen ende mynen soen. Want in Brabant en weet ic nyemant vanden neame meer dan mijnen persoen. Dan wij hebben voele nichten ende neven om het verhuuelycken dat daer dagelycks geschiet, maer het is een soe eerlick geslecht geweest ende noch is, van alle die vrienden als tot Sint Oeden Roede is ende woenachtich syn, van goeden leven ende anders. Ende meester Jan Brock, secretaris der stadt vanden Bossche, was ons neven. Maer aengaende der wapenen, soe en weet ic nyet te scriven. Ic geloeve dat daer wapenen syn, want sij hebben scepenen geweest ten Bossche ende tot Sint Oeden Roede, maer byden brant geschiet over LXXX jaeren ende nu bij Marten van Rossem soe syn die glaese vensters al gedestrueert ende te nyet gedaen. Compt eens over. Wij sullen met den anderen goedt siere maeken ende drincken eenen pot wyns met malcanders. Hiermede zyt den heer bevoelen wt Sint Oeden Roede den XXIIen dach augusti bij u diender wat ic vermach.
Henrick Brock, boede vanden Raede in Brabant.
[In dorso:] Aenden eersamen ende vroemen heeren Wouteren Brock, woenende Tutrecht opde Domkerchoff, sinen goeden vrient tot Tutrecht.
Rpi XVII junii anno 1565." (2)

Wouter (2) was executeur-testamentair van Jan Beyer, zijn vorige baas. Hij stelde een prachtig betoog op onder de titel: "Oirsaken wair omme dexecutie des testaments van zaliger heeren Johan Beijer, canonick in zyn leven then dom Tutrecht, zoe langhe vertogen is.", waarin hij verhaalde hoe de calvinisten de kerken opeisten, hoe Jan Beyer zijn kostbaarheden begroef, hoe de calvinisten de kerken plunderden in 1566, hoe Jan Beyer overleed "sonder enige clocluijdinge (wantmen die om alle oproir der beeldstormers ende ketters te schouwen nijet en moste luijden)" en hoe eind van het jaar, toen het rustiger werd door ingrijpen van de prins van Oranje en zijn broer graaf Lodewijk Jan Beijer als nog een plechtige uitvaart kon krijgen.

Van Wouter is ook een klein wapenboekje bewaard gebleven. Het zijn dertig samengevouwen bladen van ongeveer A3 formaat, waarop verschillende heraldische aantekeningen zijn gemaakt. Hij beschrijft de wapens van Frankrijk, Oostenrijk, Vlaanderen, Henegouwen, Gelder, Culemborg, Vianen, Lichtenberg en Abcoude, van de markgraven en hertogen van Saksen, Zwaben, Luxemburg, Bohemen en Engeland. Ook behandelde hij verschillende soorten wapens, die hij ook tekende, zoals van de families de Rovere, Stakenborch, Van Buerden en Van Boert. Verder veel wapens uit Brabant en Utrecht.

Kladtekening van de grafzerk van Wouter Brock.

In een los blad is een kladtekening te zien van een grafzerk met de wapens van de acht kwartieren, gemaakt door Wouter zelf. De dode is "Wouter brock, begraven tUtrecht inden domme achter inde midden vanden kercke." Zijn wapen was "boven root, onder wit; int root een witten lew met golde croon ende gecloefden stert."

Op de grafzerk van Wouter Brock in de Utrechtse domkerk stond geschreven: "Reverendo et egregio viro, domino Waltero Brock Tilburgensi, huius metropolitanae Traiectensis ecclesiae vicario, heredes hoc monumentum posuerunt. Obiit anno MDCXII, XXIII pacet a junii, requit anno MDCXII, XXIII pacet a junii, requit anno MDCXII In sacello Mulardi: * 1612 DOM"

Vertaling: "Voor Wouter Brock van Tilburg, vicaris van de Dom, hebben de grafsteen geplaatst. Hij stierf op 23 juni 1612, hij ruste in gelukzalige vrede, amen." (3)

 

Omdat hij in 1580 woedend was over het verbod op de katholieke eredienst, besloot hij nooit meer een voet op straat te zetten. Pas op 28 juni 1612 verliet Wouter Brock voor het eerst zijn huis, maar wel in een grafkist. Er waren maar weinig Nederlanders die met zo'n hardnekkigheid als Wouter Brock de politieke en religieuze veranderingen trotseerden.

Bronnen:

1. . Voor informatie over voorouders van Wouter Brock zie "Genealogie van Wouter Broc (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen, VIII-12, kind 8.

2. Veel informatie komt van het artikel "Wouter Brock. Begraven onder zijn hobby" door L.F.W. Adriaenssen, de Brabantse Leeuw, tijdschrift voor genealogie, jrg 48-4.

3. Bron:" Monumenta passim in templis ac monasteriis Trajectinae urbis" Van Buchel pag. 38 (fol. 21v)].

3. ADRIAAN BROCK

 

Adriaan Cornelis Brock (1) werd op 26 augustus 1775 te Sint Oedenrode geboren als tiende kind van Cornelis Brock en Maria Goort Hurkx. Hij studeerde aan de Leuvense universiteit.

Adriaan was een veelzijdig man. Hij oefende allerlei taken en ambachten uit. Zo was hij huisschilder, koster in de Sint Martinuskerk, kaarsenmaker en historicus. Hij schreef verschillende manuscripten over Sint Oedenrode en over de Meijerij van 's-Hertogenbosch. Ook was hij correspondent voor het Aardrijkskundig Woordenboek van A.J. van der Aa. (2) Ook had hij een grote belangstelling voor stambomen. Hij had ook een brokkenstamboom opgesteld, waarin zijn eigen afkomst was vermeld. (3)

Hij werd eigenaar van de Fratershof in Sint Oedenrode. Zijn leven lang bleef hijongehuwd, waardoor hij over veel vrije tijd beschikte, die hij o.a. benutte door lange voettochten te maken, waar bij hij allerlei notities en tekeningen maakte over de verschillende plaatsen en hun gebouwen.

Bekend is zijn "Beschryving der Vryheid St. Oden Rode", manuscripten uit 1832 over de geschiedenis van Sint-Oedenrode. Het werd pas in 2003 uitgegeven.

Als historicus kan hij tot de romantische stroming gerekend worden.

In zijn manuscripten maakten hij veel tekeningen ter illustratie. Rijksarchivaris Jan Sanders (4) was erg enthousiast over de Rooise 'blogger avant la lettre." Want in de Franse tijd waren er nauwelijks mensen die hun eigen regionale historie op papier zetten. Laat staan dat ze die illustreerden met eigen tekeningen/schilderingen. Adriaan Brock was een echte eenling in die tijd. Hij had blijkbaar als vrijgezel de tijd en het geld om die voettochten door de regio te maken en zijn visie op de historie op te tekenen."

,,De gewone boer en de boerderijen kwamen niet voor in het werk van Brock. Hij keek vooral naar de clerus en de rijken zoals de adel. Daarover schrijft hij ook in zijn manuscripten. Ook over adellijke wapens. Het mooie is dat hij zijn geschreven documenten, met kroontjespen en galnoteninkt, voorzag van tekeningen. Dat geeft een fraai tijdsbeeld...Brock was een enigszins bemiddeld man. Hij had een opleiding gevolgd en wilde vermoedelijk eigenlijk het geestelijk leven in." Daarbij had hij de tijdgeest niet mee: de Fransen zwaaiden immers met hun verlichte ideeën de scepter over de Bataafse republiek. ,,Hij kon daardoor niet zo heel veel aan het geloof doen."(5)

Als romanticaus maakte hij de dingen soms mooier dan ze waren. Zo zag hij Sint-Oedenrode als het hart van de Meijerij. De waarde van zijn geschiedbeschrijvingen zit hem vooral in zijn tekeningen.

Enkele geschriften van hem zijn bewaard gebleven:

1. De beschrijving van Sint Oedenrode uit 1832 (in 2003 uitgegeven)

"Beschyving der vryheid St. Oden-Rode. Behelsende verhandeling over de gebouwen als kerken, kapelen, adele-sloten, heerlykheden en andere landgoederen. Tweede deel." manuscript van A.C. Brock, met vele ingekleurde kaarten, tekeningen van huizen, kastelen en familiewapens, 1832

2. De geschiedenis van stad en Meijerij van den Bosch (tweede afdeling; door het Streekarchivariaat Langs Aa en Dommel in 1987 als eenvoudige zwart-wit reprint uitgebracht.

"De stad en meyerij van 's Hertogenbosch of derzelver beschryving. Twede Afdeling. Bevattende eene geographische, historische en chronologische beschouwing van de steden, dorpen, vlekken, heerlykheden, gehuchten en voornaamste buurtschappen der MEIERY. met een Naamlijst der Groote en Geleerde mannen, en Kunstenaars, met de Wapenen en Naamen van eenigen der oud Adelyke Geslachten, welke bestaan hebben, Door, en ten gebruik van A.C. Brock."; manuscript met met vele ingekleurde kaarten, tekeningen van huizen, kastelen en familiewapens, c. 1825

Hierin schreef hij over verschillende plaatsen, zoals Aarle-Rixtel, Bakel, Erp, Geldrop, Helmond, Lierop, Mierlo , Nuenen, Schijndel, Sint-Oedenrode, Veghel, Bladel en Lommel.

3. "De Oudheden en gestichten van Sint-Oedenrode", met een kort overzicht van de geschiedenis van de Meierij, geschreven door Brock in 1815 (nooit uitgegeven).

Hij overleed op 7 mei 1834 te Sint Oedenrode.

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Adriaan Brock, zie "Genealogie van Wouter Broc

    (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen. XVII-58, kind 10.

2. Wikipedia: Adriaan Brock

3. Zijn "Boom Genealogicq" werd gepubliceerd door H. van Loo in Gens Nostra XXXII, no 6, juni 1977, blz. 157-163.

    Zijn stamboom is van 1826. Deze stamboom is, voor zo ver kloppend,  ook verwerkt in mijn "Genealogie van Wouter Broc".

4. Brabants dagblad 22-03-2017 Domien van der Meijden.

     Volgens Jan Sanders: De documenten zijn zo bijzonder dat bij de overname van het archief van de parochie van de

     Sint-Martinuskerk afgesproken werd dat het werk van Brock een keer online zou worden gezet door het BHIC. ,,Hier zijn

     deze bijzondere documenten goed bewaard in klimaat-ruimten. We hebben ze al een paar jaar in huis. Onze eigen mensen

     hebben ze allemaal bestudeerd en voorzichtig behandeld en ingescand, zodat ze nu voor een groter publiek toegankelijk zijn op

     internet."

5. Volgens Jan Sanders, rijksarchivaris in Noord-Brabant in het Eindhovens Dagblad, Lukas van der Storm 22-03-2017.

5. ARNOLDUS BROCX

 

Arnoldus Brocx werd op 26 november 1779 te Waalre geboren. Hij was een zoon van Jan Manuel Brocx en Anna Catharina Ross. (1)

Hij deed zijn academische studie op de Universiteit Leiden en promoveerde in 1797 op Romeins en hedendaags recht.

Mr. Arnoldus Brocx (3)

In 1796 was hij stadhouder-baljuw van Voorne en werd een jaar later procureur te Brielle.

Op 28 november 1798 trouwde hij te Brielle met Celia Dorsman. Ze kregen samen negen kinderen: Johannes Manuel, Pieter Jan, twee kinderen die kort na de geboorte overleden, Stephanie Gerriétta Johanna, Pieter Alexander, Maria Dina Casparina Frederica, Adriana Petronella (Jeanette) en Petronella Alexandrina.

In een familie akte uit 1800 lezen we: "Mr Arnoldus Brocx wonende den Briel machtigt zijn neef Daniel van der Meer wonende te Terheijden land van Breda om namens hem als mede gestelde erfgenaam van zijn nicht Maria Vermeulen onlangs in augustus 1800 te Gouda overleden en welke Mariais geweest de eigen nicht van zijn overleden vader Johannis Manuel Brocx moeder Maria Leenderts in leven huisvrouw van Alexander Brocx zijn grootmoeder, die een dochter was van Schalk Leenders en Maria Vermeulen indertijd echtelieden representerende de comparant zijn overige 4 broers en zusters alzo zijn vader Johannes Manuel Brocx uit handen van de executeurs in de boedel Meillart en Kornelis Hordijk beiden wonende Gouda over te nemen en te ontvangen het aandeel hen competerende uit gemelde boedel, alles met de macht van substitutie." (2)

Van 1801 tot 1811 was hij schepen van Brielle Van 1801 tot 1806 rechter van de rechtbank van eerste aanleg te Sommelsdijk en werd toen notaris te Brielle.

In 1810 werd hem gevraagd afdelingschef van het ministerie van Binnenlandse Zaken te worden. Hij werd raadsheer van het keizerlijk gerechtshof te 's-Gravenhage (1811-1813). In 1812 werd hij benoemd tot griffier van de rechtbank in Gorichem, maar nam deze functie niet aan en bleef notaris te Brielle. Daarna werd hij commissaris voor de algemene administratie van het binnenlands bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken (1813-1824), administrateur ministerie van Binnenlandse Zaken en Waterstaat (1824-1825), administrateur voor het Armwezen van het ministerie van Binnenlandse zaken (1825-1828). In 1826 werd hij voorlopig belast met de leiding van het gevangeniswezen. Van 1828 tot 1830 was hij raadadviseur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Van 1830 tot 1838 was hij secretaris-generaal van het ministerie van Waterstaat, Nationale Nijverheid en Koloniën. Van 1 januari 1834 tot 30 mei 1834 was hij Minister van Koloniën ad interim. Tenslotte werd hij van 1838 tot 1858 griffier van de Hoge Raad der Nederlanden. (3)

Arnoldus was een conservatief staatsman. Hij was ridder in de Orde van de Nederlanden.

Hij overleed op 81-jarige leeftijd op 22 januari 1861 in Den Haag.

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Arnoldus Brocx zie "Genealogie van Wouter Broc

    (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen. XIX-50.

2. Streek Archief Voorne-Putten & Rozenburg, Datum: 29-08-1800, Aard van de akte: procuratie, Notaris: H.M. van Andel,

    Akte: 47, Toegangsnr: 110 Notarissen, Inventarisnr: 1206

3. Mr. Arnoldus Brocx. Volgens de website www.geheugenvannederland.nl is deze prent gemaakt door J.P.Berghaus in 1852,

    een lithografie, 22 x 19 cm, Bron: [097708577] Nationaal Gevangenismuseum. De afbeelding hier komt via Recia Tóth van

    Bill Brocx uit Australië (Bas den Brok)

4. Bas den Brok: http://www.denbrok.ch/genealogie)

5. WILLEM LEENDERT HENDRIK BROCX

 

Willem Leendert Hendrik Brocx werd op 9 januari 1816 te Maashees geboren in het gezin van van Alexander Brocx en Dina Henrietta van der Meulen (1). Willem was de oudste van de zeven kinderen.

Willem werd in 1833 aangesteld als scheepsklerk op Zr. Ms. adviesbrik "de Snelheid". Tijdens de eerste reis begeleidde de brik het fregatschip "Zeeuw" naar Rusland en Engeland. Op de Zeeuw bevond zich de jonge prins Hendrik, die in opleiding was. Gezagvoerder van het fregat was J.C. Rijk. Scheepsklerk Willem Brocx beschreef de reis vanuit een persoonlijke visie.

Brocx ging nog twee keer mee op reis met de Snelheid. De eerste reis ging in april 1835 naar West-Indië en Noord-Amerika. Weer begeleidde de brik een schip met prins Hendrik aan boord. Ditmaal was het Z.M. fregat "de Maas". Toen ze eind 1835 terug waren, werd besloten dat de prins nogmaals een reis zou maken. Hij ging aan boord van Z.M. fregat "de Bellona". De reis in 1837 ging naar Oost-Indië. Terug in Batavia besloot Willem Brocx de reis naar Nedeland niet mee te maken. Hier in Batavia werd hij aangesteld als klerk in gouvernementsdienst in Makassar.

In zijn "schrifturen", zoals hij zijn korte aantekeningen noemde, vertelde hij over de reizen. In de bijlagen werden de schepen, die in het verslag voorkwamen, nader belicht. Van de brik Snelheid zijn de oude historische lijnentekeningen die in het bezit zijn van het Nationaal Archief in Den Haag, omgezet tot een werkelijk varend schip.

Voor de eenentwintigste eeuwer wordt op deze manier duidelijk hoe Brocx moet hebben geleefd op een schip van dertig meter, waarop zeventig mensen een onderkomen hadden.

Hij beschreef uitvoerig de bezochte plaatsen, zoals Sint Peterburg, Stockholm, Kopenhagen en Portsmouth, waar volgens hem buitengewone onzedelijkheid heerste. Hij vertelde over de Surinaamse plantages en de slechte behandeling van de slaven daar. New York vond hij erg kostbaar. Ook over de Caraïben, Rio de Janeiro en het doen en laten van de prins gaf hij beschrijvingen. Ook details over het leven aan boord kwamen ter sprake, zoals ongelukken en lijfstraffen.

Ook van zijn werkzaamheden als gouvernementsdienst en zijn leven daar gaf hij een indringend verslag. Hij voelde zich hier gelukkiger dan aan boord van de marineschepen. Hij zei zelfs, dat hij vanaf het begin er tegenzin in had.

Op 29 januari 1845 trouwde hij te Batavia met Anna Maria Louise Briët. Er kwamen vier kinderen: Jacobus, Willem Pieter Alexander, Louis en Helena Sophia. (2)

In 1856 werd hij assistent-resident van Tjilatjap. Dat bleef hij tot 1859, want toen werd hij resident van Timor. Een resident was een bestuurlijke functie in Nederlands-Indië. Hij representeerde het lokale gezag en stond aan het hoofd van het bestuur van een gewest (Binnenlands Bestuur). Hij moest toezien op de lokale vorst, de regent, die rechtstreekse leiding had over de inlandse bevolking, want dat werkte beter. Een residentie was vaak weer onderverdeeld in drie tot vijf afdelingen, waar een assistent-resident de leiding had, die dan vaak samenwerkte met de regent. Boven de resident stond de gouverneur-generaal. (3)

Willem Leendert Brocx ging in 1863 als Oost-Indisch Hoofdambtenaar met verlof. Hij overleed op 25 juli 1876 in Breda.

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Willem Leendert Hendrik Brocx zie "Genealogie van Wouter Broc

     (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen.XX-34.

2. Website van Bas den Brok: http://www.denbrok.ch/genealogie

3. Wikipedia.

6. LODEWIJK GERARD BROCX

 

Lodewijk Gerard Brocx werd op 31 december 1819 geboren in Den Haag. (1) Hij was de oudste zoon van Paulus Henricus Brocx en Clara Catharina van Renesse. In het gezin van de dokter (genees-heel-verloskunde) waren nog zes andere kinderen.

 

Lodewijk volgde de officiersopleiding bij de Marine te Medemblik, was adelborst vanaf 1834, werd in 1838 adelborst op het wachtschip "Euridice", in 1839 adelborst op fregat Zr. Ms "Bellona" (naar Nederlands-Indië). Vanaf 1842 werd hij officier op een transportschip naar West-Indië. Van 1853 tot 1861 was hij luitenant-ter-zee eerste klas.

Geboorte akte: Haags Gemeente archief geboorte Lodewijk Gerard Brocx, archief 335-01, inv. 211, akte 1.

Hij trouwde op 28 november 1855 in Den Haag met Geertruida Helena (Mathilda) Padtberg. Hij had met haar toen al twee kinderen: Paulina en Karel. Hij woonde een poos in Padang en kreeg nog drie kinderen: Paulus Hendricus, Alida Maria en Clara Catharina.

In 1957 stond hij vanwege zijn gezondheid op non-actief. Toen werd hij eerste officier-instructeur bij het Koninklijk Instituut de Marine te Willemsoord en bleef dat tot 1868. In 1863 werd hij ook lid van het bestuur van het instituut.

Op 17 maart 1861 werd hij bevorderd tot kapitein-luitenant ter-zee en bleef dat tot 5 juli 1876. In 1870 stond hij een poos op non-actief.

Nadat zijn vrouw op 17 augustus 1864 was overleden, trad hij op 13 december 1865 in den Helder opnieuw in het huwelijk met Andrea Maria Haremaker.

Afbeelding Haags gemeentearchief: Lodewijk Gerard Brocx.

Politiek gezien was hij een liberaal.

Eind 1870 was hij samen met Fock kabinetsformateur, maar hun poging mislukte.

Hij was vijf jaar minister van Marine in drie opvolgende kabinetten (Van Bosse/Fock, Thorbecke III en De Vries).

Van 4 juni 1868 tot 18 december 1873 was hij minister van Marine, tijdelijk (van 16 november 1870 tot 4 januari 1871) minister van Koloniën, tijdelijk (van 23 december 1871 tot 5 februari 1872 en ook van 15 september 1873 tot 6 oktober 1873) minister van Oorlog. Van juli 1872 tot december 1873 was hij ook nog tijdelijk secretaris van de ministerraad.

Lodewijk Gerard Brocx, 1872, derde van rechts (afbeelding www. geheugenvannederland)

Als minister wilde hij de marineschepen bij voorkeur laten bouwen bij particuliere werven.

In 1871 bracht hij een wet inzake de bevordering, het ontslag en het op pensioen stellen der militaire officieren bij de zeemacht tot stand.

Nadat zijn begroting voor de Marine voor 1874 werd verworpen, trad hij op 11 december 1873 af. Hem werd de slechte toestand van de marine bij het uitbreken van de Atjeh-oorlog verweten.

Hij overleed 2 december 1880 te 's-Gravenhage.

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Lodewijk Gerard Brocx, zie "Genealogie van Wouter Broc (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Generatie XX-42.

2. Informatie over Lodewijk Gerard Brocx van:

    a. Tijdschrift De Nederlandse Leeuw jaargang 44 (1926)

    b. Bas den Brok: http://www.denbrok.ch/genealogie

    c. http://www.geneagraphie.com

    d. Open archieven: Lodewijk Gerard Brocx.

7. DERK BROCX

 

Derk Brocx werd op 19 april 1867 te Delft geboren als het jongste kind uit het tweede huwelijk van Guillaume Leonard Brocx met Johanna Martina Josina Rikste van den Oosterkamp. Vader Guillaume was in zijn eerste huwelijk met Wilhelmina Cornelia van Heel getrouwd. Ze kregen 9 kinderen. Uit het tweede huwelijk kwamen vier kinderen, waarvan de eerste maar één dag oud werd. Guillaume Leonard Brocx werd ook wel "Willem met de rode hand" genoemd. Hij was militair geweest, was bij de vrijwillige brandweer, ambtenaar, landmeter en ingenieur, chef der 1e waterstaatsafdeling, voorganger in de Nederlandse Hervormde kerk en "leeraar in het landmeten en waterpassen aan de Instelling voor onderwijs in taal-, land- en volkenkunde van Neerlandsch Indië". (1)

Guillaume Leonard Brocx.

Derk Brocx.

Derk studeerde voor arts. Hij trouwde met Johanna Maria Petronella Maas en kreeg twee kinderen: Wilhelmina en Guillaume. Hij woonde in Voorst (Gelderland) en werkte er als arts. In 1906 vertrok hij met zijn gezin.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was hij arts bij het Rode Kruis in Maastricht en de verantwoordelijk leider en chef van de Rode Kruis hospitalen van Maastricht en omstreken. Het hoofdbestuur van het Rode Kruis te Den Haag gaf opdracht op 31 juli 1914, tegelijk met de dag van de algemene mobilisatie van Nederland een noodhospitaal in te richten. Dankzij een aantal vrijwillige helpers slaagde men er in de in onderhoud achtergebleven Augustijnenkerk schoon te maken. 

Met niet meer gebruikte bedden van Maastrichtse kazernes en verband-hulpmiddelen, die ter beschikking werden gesteld door de verbandkamer van de Oranje Nassaumijn te Heerlen was uitgerekend op 4 augustus het – overigens in mogelijkheden gebrekkige - hulphospitaal met 60 bedden gereed. Dit kwam tot stand onder leiding van D.D. Brocx.

Op 4 augustus 1914 viel Duitsland het neutrale België binnen. De Eerste Wereldoorlog was een feit geworden. In de maanden daarna werd Nederland overspoeld door vluchtelingen (volgens schattingen meer dan 1.000.000) die vanuit België de grens overtrokken om op Nederlandse bodem bescherming te zoeken tegen het Duitse oorlogsgeweld. Ofschoon op dat moment nog onduidelijk was of Duitsland ook ons land zou binnenvallen, verschafte Maastricht in de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog al aan zo’n kleine 15.000 Belgen onderdak, onder meer in de grotten van de St. Pietersberg, in de fabriekshallen van de Sphinx en in de Augustijnenkerk. Het Rode Kruis had er tijdens de bloedige strijd haar hoofdkwartier ingericht en stak vrijwel elke dag de grens naar België over om er de gewonden op te pikken. En ook gewonde Duitse militairen werden niet aan hun lot overgelaten. (4)

Het personeel van de transportkolonne van het Rode Kruis die gewonden ophaalde in België. In de auto zit dokter Brokx die de leiding had over het Rode Kruishospitaal

Het voltallige Rode Kruis Maastricht.

Dokter Brocx schreef een "Verslag over de werkzaamheden van Het Roode Kruis te Maastricht in het tijdvak 31 juli 1914 – 1 augustus 1915".

Ook publiceerde hij zijn ervaringen uit de eerste dagen in dagblad De Tijd. Hij beschreef hoe hij op dinsdagavond 4 augustus al de grens over gereden was en ontdekt had dat de strijd werkelijk was losgebarsten. De volgende dag ontmoette hij een een Duitse collega, die hem naar een tijdelijk hospitaal van de Duitsers bracht. Meteen regelde hij hulp en het Nederlands Rode Kruis kwamt in actie. Terug in Maastricht zag hij dat er nog veel meer gewonde Duitse soldaten waren binnengebracht. In de krant zei hij: "Hier wordt geen gevaar ontzien om te redden, daar wordt geen macht, geen kracht ontzien om te doden." Hij vond dat de Europese Beschaving dreigde ten onder te gaan, maar ook constateerde hij: "Hoevele liefdediensten zijn niet verricht , hetzij door jonge vrouwen, hetzij door vereelte mannenhanden." (2)

In de Augustinuskerk waren 60 bedden geplaatst over vijf zalen. Brocx had een staf van drie medici, drie gediplomeerde verpleegsters en twintig vrijwillige verpleeghulpen tot zijn beschikking.

Op 6 augustus kwam prins Hendrik, toenmalig voorzitter van het Rode Kruis, naar het noodhospitaal.

Artikeltje over Derk Brocx uit de New York Times van 9 maart 1915.

Op 10 augustus hield het heen en weer rijden op. Nederland wilde kost wat kost neutraal blijven, maar het Rode Kruis wilde juist als onpartijdige organisatie blijven helpen. Docter Brocx en Wittert van Hoogland, hoofdcomité lid, waren des duivels en kwamen direct in actie. Uiteindelijk kregen ze toch goedkeuring om met hun hulp door te gaan.

In het begin werd besloten, de zeer zwaar gewonden, die operatieve hulp behoefden naar het burgerlijk ziekenhuis Calvarienberg over te brengen. De minder zwaar gewonden zouden worden opgenomen in de Augustijnenkerk. In Villa Maya en in het Ursulinenklooster en Retraitehuis te Eijsden zouden de meer lichte gevallen opgenomen worden, terwijl het hospitaal aan de Breedestraat en de villa van dhr. Franquinet te Houthem de herstellenden zou herbergen. De praktijk leerde echter, dat het niet altijd mogelijk was, deze wijze van werken in haar geheel door te voeren. (3).

Na de oorlog vertrok hij naar Den Haag en werd in 1929 controlerend geneeskundige bij de Rijksverzekeringsbank. Hij werd officier in de Orde van Oranje Nassau. Officier in de Orde van Oranje-Nassau is de vierde graad in de orde. Personen die benoemd worden tot Officier hebben met hun bijzondere verdiensten vaak een landelijke of zelfs internationale uitstraling of betekenis.

Overlijdensakte Derk Brocx.

Begraafplaats Westerveld, Driehuis.  Begraafplaatsnr.: 837

Hij overleed op 8 mei 1932 te den Haag.

Dat hij bekend was bleek ook uit het In Memoriam in de leesportefeulle van de Amsterdamse Vereniging tot het geven van Artsencursussen : "In de nacht van Zondag op Maandag is na een betrekkelijk korte ziekte van eenige dagen plotseling aan zijn familie en ons ontvallen, de zo werkzame, algemeen bekende Brocx. Met hem is een persoonlijkheid uit den geneeskundigen stand heengegaan. Door zijn werkzaamheden op allerlei gebied is er bijna niemand in den lande die Brocx niet hetzij persoonlijk, dan zeker uit zijn geschriften kende, want hij schreef veel, zeer veel...."

 

Bronnen:

   1. Voor informatie over de voorouders van Derk Brocx zie "Genealogie van Wouter Broc

       (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen.XX1-73.

   2. "Hier om te helpen: 150 jaar Nederlands Rode kruis" door Ad van Liempt en Margot van Kooten.

   3. Het Nederlands Rode Kruis ten tijde van de 1e WO. (www.rodekruism3.nl)

   4. Eerste Wereldoorlog Maastricht- Ut Mestreechter Steerke (mestreechtersteerke.nl)

 

8. BERNARD BROCX

 

Bernard Brocx was het tweede van de vier kinderen van Willem Christiaan Lourens Brocx en Anna Catharina Hendrika Joosten. (1) Bernard, Bennie werd hij genoemd, werd op 10 september 1918 geboren te Bodjonegoro op Oost Java. Hij bleef hier tot 1 oktober 1936 en kwam toen naar Den Helder om opgeleid te worden tot marine-officier. Op 2 september 1938 werd hij Luitenant-ter-zee.

Hij zat op de onderzeeboot Hr. Ms. K XII.

Op 6 maart 1942 was de K XII een van de laatste schepen die vluchtten uit Soerabaja naar Fremantle. Vanuit Australië voerde de K XII voornamelijk operaties uit die bestonden uit het afzetten en oppikken van agenten.

Het was de Tweede Wereldoorlog. Japan had Nederlands-Indië bezet. Nederlands-Indië capituleert na besprekingen op 8 en 9 maart 1942.

Bernard was agent van de Netherlands Forces Intelligence Service (NEFIS). De onderzeeboot opereerde vanuit Australië. Op 27 en 30 november 1942 werden twee groepen NEFIS-militairen bij Kedir op de zuidkust van Java aan land gezet. 

1942: Capitulatie van Nederlands-Indië.

Groep Tiger II bestond uit luitenant Bernard Brocx, sergeant Raden Wirjomihardjo Iswahjoedi, matroos 2e klas-telegrafist Oentoeng en matroos-kok Sadimoen. Groep Tiger I bestond uit de officier van de marine-stoomvaartdienst Wicher Bergsma, de telegrafist Soetarno en matroos 1e klas J. Tapilatu. Zij werden 50 km westelijker in de Parigibaai gedropt. Bernard kreeg de opdracht om inlichtingen te verzamelen over de Japanse bezetter. De bedoeling was dat Tiger II zich zou aansluiten bij Tiger I, maar daar kwam het niet van. De Indische Brocx vond een nabijheid van de blonde Bergsma ook te gevaarlijk.

 

Toen hij enige maanden later op zijn onderduikadres, het ziekenhuis in Bilitar, zat, werd hij verraden door een Chinese arts. (2) Ook de andere vielen door verraad in handen van de vijand. Tijdens de Japanse bezetting werden de mensen, maar vooral de Indonesiërs onder enorm slechte omstandigheden gevangen gehouden.

In 1944 werden vijf mannen overgebracht naar Batavia. Op 1 december 1944 werd Bernard door de Japanners geëxecuteerd (onthoofd) op de leeftijd van 26 jaar.

Hij werd begraven in Antjol op West Java. Hij ligt hier op het Nederlands ereveld

 (vak IV, rij 186, nummer 187).  Hij is ook vermeld op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Bernard Brocx zie "Genealogie van Wouter Broc (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen.XX-54, kind 2.

2. Vererdere bronnen: a. M.A. van Alphen: ’Kroniek der Zeemacht’ (2003)

                                              b. Oorlogsgravenstichting.

                                              c. Oorlogsbronnen.nl

                                             d. Website Bas den Brok: denbrok.ch/genealogie

9. GERRIT (GERARDUS PHILIPPUS) BROKX

 

Gerrit (Gerardus Philippus) Brokx werd op 22 juni 1933 te Oosterhout geboren. (1) Gerrit was de zesde van acht kinderen van een kolenhandelaar. Hij haalde zijn gymnasiumdiploma in Breda.

Hij studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en was daarmee in 1964 klaar.

Zijn politieke loopbaan begon in de politiek van Oosterhout in 1963. Drie jaar later werd hij wethouder. Vervolgens kwam hij in 1970 als afgevaardigde in de Provinciale staten van Noord-Brabant. In het eerste kabinet -Van Agt werd hij in 1977 staatsecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, evenals in het eerste kabinet Lubbers (1982-1986)

Als landelijk partijbestuurder was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van het CDA. In maart 1981 nam de Tweede Kamer een motie-Duinker aan waarin werd gesteld dat het beleid van Brokx met betrekking tot de huren in stadsvernieuwingsgebieden niet in het belang van de volkshuisvesting was. Een Kamermeerderheid wenste echter de motie niet als motie van wantrouwen te beschouwen. (2)

Als staatssecretaris bracht hij onder meer de Huurprijzenwet woonruimte, de Leegstandswet, de Wet individuele huursubsidie en de Wet op de stad- en dorpsvernieuwing tot stand.

De laatste jaren leidde hij diverse adviescommissie, onder andere over het openbaar vervoer en was hij voorzitter van de BVE-raad (volwasseneneducatie).

Gerrit Brokx trad bij zijn tweede termijn in 1986 af, nadat CDA-fractievoorzitter Bert de Vries vond dat Brokx' aanblijven in het vooruitzicht van een parlementaire enquête naar bouwsubsidies een te groot risico inhield.

Van 1988 tot 1997 was Brokx burgemeester van de gemeente Tilburg. Onder zijn bewind werd het grondgebied van de gemeente Tilburg behoorlijk uitgebreid. Aanvankelijk was de bevolking van deze stad niet erg enthousiast over zijn komst, maar de joviale bourgondisch ingestelde bestuurder slaagde er in om gaandeweg sympathie en aanzien te verwerven.

Brokx was gehuwd met de journaliste Marjolijn Uitzinger.

Brokx beëindigde in 1997 zijn loopbaan, maar kwam nog regelmatig in het nieuws. Men vroeg hem vaak naar zijn mening over de ontwikkelingen binnen de politiek.

Bovendien bleef hij na zijn politieke afscheid actief als voorzitter van de BVE-Raad voor beroeps- volwasseneneducatie en de Vereniging van Afvalverwerkers. Ook was hij KNVB-bestuurder.

Hij was een welbespraakt en bekwaam.

Hij ontving een Brabantse provinciepenning kort na zijn afscheid als burgemeester.

Erepenning Provincie Noord-Brabant (op naam van Mr. Gerrit Brokx), 1973 [Niel Steenbergen],

Noord-Brabant province honorary medal, 1973. Object no. 8055

Erepenning van de Provincie Noord-Brabant, 1973. Vz: Provinciewapen van Noord-Brabant, gehouden door twee klimmende leeuwen. Omschrift; 'Brabant is maken dat leven zich hechten kan / thuisraken kan in de tijd'. Gravering: 'Mr. Gerrit Ph. Brokx* 15 april 1997'. De geest van Brabant, voorgesteld door een vogel waarop een figuur (het symbool van de harmonie), omgeven door vier kaders met voorstellingen van Brabantse folklore en oude ambachten. Modelé: Niel Steenbergen

 

Brokx werd diverse keren onderscheiden, onder meer als ereburger van Tilburg en de provincie Noord-Brabant. Verder was hij Commandeur in de Orde van Oranje Nassau en ontving hij in 1998 de Belgische onderscheiding Commandeur in de Leopolds Orde. (3)

Gerrit overleed 11 januari 2002 te Tilburg.

"Een man met het hart op de tong, maar er kwamen wel goede adviezen uit". Zo typeerde premier Kok de christendemocraat Gerrit Brokx, die op 68-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Tilburg aan de gevolgen van een herseninfarct overleed. Zijn grootste teleurstellingen waren dat de CDA-fractie in 1986 vanwege een vermeende bouwfraude het vertrouwen in hem opzegde en dat hij nooit minister is geworden.

 

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Gerrit Brokx zie "Genealogie van Wouter Broc (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen. XXI-39, kind 1.

2. Wikipedia: Gerrit Brokx.

3. Nu.nl: Oud-staatssecretaris Gerrit Brokx overleden. 11 januari 2002.

10. CORRIE BROKKEN



Corry (Cornelia Maria) Brokken werd op 3 december 1932 te Breda geboren. (1). zij was de dochter van Hendrik Brokken, een stoffenverver en later eigenaar van een stomerij, en Cornelia Buch.

Zij was zangeres.

In 1952 debuteerde ze op de Nederlandse radio met het liedje "I Apologize". Twee jaar later kwam haar eerste plaatje uit. In 1956 deed ze voor het eerst mee met het Eurovisiesongfestival met het liedje "Voorgoed Voorbij". Dat zelfde jaar trouwde ze op 11 september 1956 in Amsterdam met Cornelis See (jazzdrummer)

Een jaar later in 1957 won ze als eerste Nederlander het Eurovisiesongfestival met het liedje "Net als toen".

Ook het jaar daarop deed ze mee, maar met het liedje "Heel de wereld" werd ze negende.

In dat jaar kwam ook haar eerste album "Corry's Bed-Time Story" uit. Haar dochter Nancy werd geboren. In 1959 deed ze voor de vierde maal mee met het Eurovisiesongfestival. Ze besloot zich een poos terug te trekken. Voor het nummer "Milord" kreeg ze in 1960 een gouden plaat. Het was de Nederlandse versie van het lied van Edith Piaf. De tekst van het lied (over een prostituee) werd in het toen nog conservatieve Nederland door sommigen als aanstootgevend ervaren.

In 1961 scheidde ze van Cornelis See. In 1963 won ze een Edison. In 1966 werd ze gevraagd om voor Duitsland mee te doen aan het Eurovisiesongfestival, maar dat wees ze af. In 1967 trad ze op in de Sleeswijk Revue Snip en Snap. Op 2 december 1968 trouwde ze in Bussum met Reindert Sleeswijk, de theaterproducent. Tussen 1961 en 1972 presenteerde Brokken televisieshows op de Nederlandse televisie. In deze periode verschenen met grote regelmaat plaatopnames van haar, onder andere succesvolle Nederlandse interpretaties van chansons van Charles Aznavour.

Inmiddels werd zij ook bij het Duitse publiek bekend met Duitstalige plaatopnames van onder meer Milord en La Mamma. Tussen 1967 en 1970 presenteerde zij ook voor de Duitse ARD grote televisieshows ("Varietézauber"). Het werken in Duitsland beviel slecht. Ze bracht nog veel platen uit. In 1976 presenteerde Brokken het Eurovisiesongfestival, nadat Teach-In in 1975 het festival voor Nederland had gewonnen.

Ze scheidde van Reindert in 1977 en trouwde een jaar later op 11 maart 1978 in Utrecht met Jan Meijerink. Ze kregen een dochter.

Van 1974 tot 1979 studeerde ze rechten aan de universiteit utrecht met als specialisatie strafrecht en familierecht. in laren begon ze samen met Jan Meijerink een advocatenpraktijk. Zes jaar later kwam ze in de rechterlijke macht terecht. ze begon als waarnemend griffier bij de arrondissementsrechtbank in 's-Hertogenbosch, werd gerechtsauditeur, in 1990 plaatsvervangend rechter en in 1991 rechter. In 1996 stopte ze met haar werk.

Omdat ze in 1995 een ere-Edison had gekregen voor de dubbel cd "Net als toen", maakte ze een comeback. Ze bracht nog enkele cd-s uit. In 1997 mocht ze tijdens het Songfestival voor Nederland de punten doorgeven. In 2000 verscheen haar memoires "Wat mij betreft". Het werd een succes. Na haar 70ste verjaardag werd Brokken uitgenodigd om mee te doen aan het toneelstuk "De Vagina Monologen" waarin ze te zien was naast onder anderen Olga Zuiderhoek, Hanneke Groenteman en Jetty Mathurin.

Corry was krachtdadig, ambitieus en perfectionistisch. De feministische literatuur wetenschapster Maaike Meijer noemde haar in 1999 het schoolvoorbeeld van een vrouw die meer wilde, meer deed en ook meer bleek te kunnen. Zelf zei ze in haar memoires: "Mijn privéleven heeft op straat gelegen, maar als ik daar niet tegen had gekund, had ik in Breda achter de kassa bij Vroom en Dreesman moeten blijven zitten. "(3)

In 2006 kreeg ze borstkanker en in 2008 werd ze getroffen door een herseninfarct. In 2009 verscheen een tweede biografie "Toegift", waarin ze verhaalt hoe het met haar is gegaan na 2000. (2)

Zij overleed 31 mei 2016 te Laren (Noord-Holland).

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Corrie Brokken zie "Genealogie van Wouter Broc

   (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen.XIX-134, kind 2.

2. Info uit Wikipedia: Corry Brokken.

3. Memoires: "Wat mij betreft" ( blz. 261)

11. HANS MICHIEL BROKKEN

 

Hans Michiel Brokken werd op 23 oktober 1940 te Makassar in Nederlands-Indië geboren. Hij was een zoon van de Nederlands-Hervormde zendingspredikant ds. Johannes Cornelis Brokken en Jannie Cornelia Singeling. (1) Hij had nog een broer Bert en later nog een broer Jan, de schrijver, die hierna wordt besproken.

Nog maar een jaar en vier maanden oud kwam Hans met zijn moeder in het Jappen interneringskamp Kampli, veertig kilometer boven Makassar op het eiland Celebes, terecht. Hij zou er tot september 1945 blijven, achter het prikkeldraad. (2) Deze oorlog probeerde hij zijn hele leven te vergeten. Zijn broer Jan Brokken omschreef hem als vrolijk, sportief en met een voorliefde voor alles wat Hollands was. Hij las veel, vooral Dostojevski. Zijn voornemen om geschiedenis te gaan studeren in Leiden ontstond na een reis naar Griekenland. Bij zijn studie leerde hij José kennen, met wie hij in 1964 trouwde. Hans koos als specialisatie de Middeleeuwen.

Bij zijn onderzoeken dook hij vaak in de archieven. Daarom ook specialiseerde hij zich in archiefonderzoek en volgde nog een opleiding tot archivaris. Hij werd archivaris, eerst in 's-Hertogenbosch, toen in Den Haag en later rijksarchivaris van de provincie Zuid-Holland en vervolgens rijksarchivaris van de provincie Noord-Holland.

Vanaf 1979 was hij betrokken bij de verhuizing van het rijksarchief met het Nationaal Archief naar het nieuwe complex in Den Haag. Ook was hij docent archiefbeheer en schreef syllabi voor archiefopleidingen. In 1981 promoveerde hij met een proefschrift over de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.

Hij zette een historische reeks boeken op, de "Hollandse Historische Reeks", waaruit tientallen monografieën zouden voortvloeien die hij als hoofdredacteur begeleidde. In 1989 werkte hij mee aan de beschrijving van de geschiedenis van de Algemene Rekenkamer, in 1990 aan de geschiedschrijving "150 jaar Noord-Holland en Zuid-Holland" en in 1992 aan een gedenkboek over de "Maatschappij tot Redding van Drenkelingen". In 1994 was hij mederedacteur van een "liber amicorum" voor de Haarlemse gemeente-archivaris Jaap Temminck. In 2000 was hij mederedacteur van het boek over het geslacht "Van Wassenaer". (3)

Hans en José vertrokken naar Bentveld, waar ze een galery begonnen voor hun kunstcollectie. Kunst verzamelen, een collectie vormgeven, de verzamelde kunst rubriceren en wetenschappelijk beschrijven, werd Hans en José's gezamenlijk beleefde passie. 

Zij zijn de grondleggers van de "Brokken Zijp Foundation of Art" waarin hun eigen kunstcollectie is ondergebracht.

"Kunst gaf Hans' leven zin en richting. Kunst scherpte zijn blik en gaf hem inzicht in alles wat goed maar ook verschrikkelijk fout kon gaan in de geschiedenis. Kunst deed hem op een zinnige wijze genieten van het leven. Een leven dat uiteindelijk een grote overwinning is geworden op de oorlog waarmee zijn jeugd begon." (2)

Hij overleed te Eindhoven op 23 april 2018.

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Hans Michiel Brokken, zie "Genealogie van Wouter Broc 

    (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Generatie XIX-133, kind 2.

2. Jan Brokken schreef een In Memoriam bij het overlijden van zijn broer Hans vvor de Brokken Zip Foundation.

3. Wikipedia

12. JAN BROKKEN

 

Jan Brokken werd op 10 juni 1949 in het Diaconessenhuis van Leiden geboren. Zijn vader , Johannes Cornelis Brokken, was theoloog, die op Celebes en Salayer in Nederlands-Indië wetenschappelijk onderzoek had gedaan naar Islamitische bewegingen. (1) Jan was de jongste in een gezin met drie jongens.

Hij schreef eens: "Als domineeszoon was ik een buitenstaander in het dorp. En thuis was ik ook een buitenstaander. Ik had als enige de oorlog niet meegemaakt, had als enige niet in een kamp gezeten en had als enige de tropenzon niet voelen steken."

Zijn jeugd bracht Jan door in het Zuid-Hollandse dorp Rhoon. De middelbare school bezocht hij in Rotterdam. Daarna studeerde hij aan de School voor Journalistiek in Utrecht en aan het Institut d'Etudes Politiques van de universiteit van Bordeaux in Frankrijk. (2)

In 1973 trad hij in dienst van het dagblad Trouw, maar stapte drie jaar later over naar het weekblad Haagse Post. Van zijn reportages, interviews en portretten verschenen de bundels: Het volle Literaire Leven (1979), Schrijven (1980), Met musici (1987) en Spiegels (1993)

Hij trouwde in Bordeaux met Marie-Claude Harmonic. Frankrijk was zijn tweede vaderland, getuige zijn bundel Zoals Frankrijk was (2004)

Hij debuteerde met de roman De provincie in 1984. Zijn geboortedorp Rhoon was het decor voor zijn romans  De provincie ,  Mijn kleine waanzin  en  De vergelding.

"Mijn nieuwsgierigheid naar andere culturen en levenswijzen heb ik onmiskenbaar van mijn vader," zei Brokken in een interview, "mijn reislust en de behoefte om mijn indrukken op papier te zetten van mijn moeder."

 

In 1986 stopte hij met de journalistiek. Hij zei hierover: "De reguliere journalistiek dan. Voor mij maakt het etiket niet veel uit. (...) Mijn eerste boek, de biografie Mata Hari, de waarheid achter de legende, schreef ik tussen de korte stukjes voor de krant door. Het verscheen in 1975, een jaar voordat ik redacteur van HP werd. Bij mijn sollicitatie speelde het een belangrijke rol. Uiteindelijk bleven nog drie kandidaten over; ik werd gekozen omdat ik een boek had geschreven: het beste bewijs dat ik werk van langere adem kon leveren. Het is dus niet zo dat de journalistiek me bij de literatuur bracht, het is andersom."

In 1988 kreeg Brokken de Lucy B en C.W. van der Hoogtprijs voor zijn verhalenbundel De zee van vroeger. Hij reisde hierna veel, o.a. in West-Afrika. hierover schreef hij de romans: Zaza en de president, De moordenaar van Ouagadougou, De regenvogel en Nog een nacht.

In 1992 verhuisde hij naar het Caraïbische gebied, waarover hij over schreef in de romans: Goedenavond, mrs. Rhys, Vulkanen vanaf zee, De blinde passagiers en De droevige kampioen.

Hij reisde vanuit Curacao naar Zuid-Amerika en schreef erover in de boeken: Jungle Rudy en Voel maar.

In 2002 keerde Jan Brokken terug naar Nederland. Twee jaar later verscheen zijn autobiografische roman: Mijn kleine waanzin. Het gaat over de jaren vijftig en zestig op het Hollandse platteland. Hij kreeg er de Icodoprijs voor. Ook een persoonlijke roman was In het huis van de dichter, die gaat over zijn vriendschap met de Russische meesterpianist Youri Egorov in de jaren zeventig en tachtig in Amsterdam. Hij publiceerde nog verschillende boeken, zoals: Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin, Feiniger voorbij, De Vergelding, Zeedrift, Woestijnkonijn.

Hij woonde afwisselend in Amsterdam en Frankrijk. Verder verschenen nog: Baltische zielen, Het hoe, De kozakkentuin, De gloed van Sint-Petersburg, Johnny remember me, De rechtvaardigen, Stedevaart en De tuinen van Buitenzorg.

Toch liep hij grote prijzen mis. "Het probleem ligt niet zozeer in de beoordeling van zijn werk", analyseerde Ingrid Koorn in haar essay De zee en de tropen, "die valt in bijna alle gevallen positief uit. De critici zijn het er vrijwel unaniem over eens dat Jan Brokken

een ras verteller is. Het wringpunt ligt in de criteria van de literaire kritiek, die vaak vasthoudt aan een krampachtig onderscheid tussen literatuur en journalistiek. (..) In landen als Groot-Britannië en Amerika springt men een stuk soepeler om met genregrenzen, en wordt een boek vooral beoordeeld op zijn intrinsieke kwaliteiten. (..) Jan Brokken is geen ‘literaire’ schrijver in de klassieke zin des woords, doordat hij fictie met non-fictie verenigt. Maar zijn poging om verschillende schrijfculturen met elkaar te laten versmelten is bijzonder genoeg om dit als een verdienste voor de literatuur te erkennen. Hij heeft werkelijk een nieuw genre toegevoegd aan de Nederlandse literatuur. Tegelijk slaagt hij er telkens weer in een ouderwets spannend en dramatisch verhaal neer te zetten." (3) Zijn schrijfstijl is sober met bondige dialogen, kernachtige typeringen, humor en zelfspot.

Drie boeken van hem zijn verfilmd: De provincie, Goedenavond mrs Rhys en Jungle Rudy. Een vierde en vijfde boekverfilming zijn in voorbereiding: De droevige kampioen en In het huis van de dichter.

Hij heeft veel prijzen gekregen: Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor De zee van vroeger (1988), Jonge Lezersprijs Gouden Uil voor De blinde passagiers (1996), ICODO-prijs (2004), De onregelmatige Omslagprijs (2008), Mr. Jacques Dutilhprijs voor het beste boek over de geschiedenis van Rotterdam voor De Vergelding (2013), Premio letterario Giuseppe Acerbi voor In het huis van de dichter (2016), Antsiferov Prijs voor De gloed van Sint-Petersburg (2019), Premio Tribuk dei Librai voor I giusti, de Italiaanse vertaling van De rechtvaardigen (2020).

Werk van Jan Brokken is in veertien talen uitgebracht, met groot succes in Duitsland en Italië.

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Jan Brokken, zie "Genealogie van Wouter Broc

   (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Generatie XIX-133, kind 3.

2. Info over Jan Brokken uit o. a. Wikipedia: Jan Brokken.

3. Uit "Een goddelijke verteller" De volkskrant.

13. BAS (SEBASTIAAN WILLEM JOZEF) DEN BROK

 

Bas (Sebastiaan Willem Jozef) den Brok werd op 16 september 1961 geboren te Venray. Hij was de zoon van de geschiedenisleraar Toon (Antonius Franciscus) den Brok en de arts Addy (Adriana Christina Maria) Loonen. (1)

In 1979 behaalde Bas zijn Atheneum B diploma en ging in Utrecht Structurele Geologie studeren.

Zelf omschrijft hij het zo: "Structurele geologie gaat over vervormingsstructuren in gesteenten, over hun geometrie, geschiedenis, over de reden waarom ze zich ontwikkelden en hoe. Structurele geologen bestuderen rotsvervormingsstructuren en -mechanismen om de evolutie van de aarde te begrijpen. Ze doen dit bijvoorbeeld om de oorsprong van bergketens te begrijpen, of om geld te verdienen door de huidige structuur van ertsafzettingen of olie- en gasreservoirgesteenten te ontrafelen. Sommige structurele geologen zijn betrokken bij het begrijpen van aardbevingsmechanismen."

Hij sloot dit af in 1986 met zijn MSc-thesis: "De Geologie van het centrale Lys-Caillaouas gebied ten westen en ten zuiden van Lac d'Oô. Een (mikro)tektonische en petrografische studie van het Cambro-Ordovicium en de Varistische intrusiva. "  Tot 1992 deed hij aan de universiteit van Utrecht promotieonderzoek naar experimentele rotsvervorming. Hij promoveerde met het proefschrift "Geologica Ultraiectina". Een experimenteel onderzoek naar het effect van water op de stroming van kwartsiet.

In 1992-1993 was hij Post-Doc op de École et observatoire de physique du globe de Strasbourg met het onderzoeksproject "Etude experimentele des propriétés mécaniques des grès synthétiques."

In 1993 werd hij Junior Lecturer op het Geoscience Institute van de Mainz University in Mainz. Hier gaf hij les op HBO-niveau en had er tal van werkzaamheden.

Op 30 juni 1995 trouwde hij te Utrecht met Barbara (Barbara Maria) Waltfort. Ze woonden in Mainz (Duitsland) en kregen twee kinderen Jacob en Antoon. Op 29 september 2005 scheidde Bas van zijn vrouw te Karlsruhe.

In november en december 1996 had hij een onderzoeksproject aan de Yale University (VS).

In 1998 werd hij Senior Lecturer aan het Geologisch Instituut, ETH Zürich. Ook hier had hij allerlei taken, zoals lesgeven, studenten begeleiden, organiseren van geologische excursies en supervisie over veldwerk. Van 2005 tot en met 2009 was hij afdelingshoofd van de ETH Domain libraries van Eawag Aquatic Research, EMPA Materials Science and technology en ad interim voor WSL Forest, Snow and Landscape. Hij zorgde voor de organisatie van overdracht en samenvoeging van de bibliotheken in één nieuw gebouw en voorbereiding en planning voor verdere samenvoeging van de bibliotheken.

Glarus Thrust met Martinsloch gezien vanaf SE

Van 2010 tot en 2014 werd hij hoogleraar structurele geologie, tectoniek en geomechanica aan de GUtech in Muscat in Oman. Ook was hij er hoofd van de afdeling Toegepaste geowetenschappen aan de Duitse Technische Universiteit te Muscat in Oman. Vanaf 2014 was en is hij onafhankelijk adviseur (geologische kartering van blad Elm). (2) Hij heeft verder zeer veel publicaties op zijn naam.

Op genealogisch gebied heeft Bas al jarenlang zijn sporen verdiend en wordt algemeen als deskundig gezien op dit gebied. Hij heeft voor een zeer groot deel de familie Brock uitgezocht en zoveel mogelijk voorzien van bronnen, gepubliceerd op zijn website  "Den Brok stamboom genealogie " (3). Daar is te vinden: "Overzicht van de verschillende stambomen Brock varianten". Ook is er een hoofdstuk "Waar komt de familienaam Brock vandaan?" en een hoofdstuk: "Wapens Brock uit Brabant en Engeland."  Het is door zijn genealogisch werk dat ik mijn belangstelling voor genealogie heb gekregen.

Bas woont nu  in Rieden (Zwitserland).

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Bas den Brok zie "Genealogie van Wouter Broc

    (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Gen.XX-57.

2. Bas den Brok: http://www.denbrok.ch/geology/education.html

3. Den brok stamboom genealogie: http://www.denbrok.ch/genealogie

14. PERRY (PETRUS JOHANNES) DEN BROK

 

Prof. Dr. Perry den Brok

Perry den Brok werd op 27 februari 1973 geboren te Emmen. Zijn ouders zijn Willem den Brok en Anke van der Putten. Perry kreeg ook nog een zus: Marylen den Brok. Het gezin verhuisde in 1976 naar Wijchen. Nadat Perry het VWO had gedaan en onderwijskunde op de universiteit Nijmegen had gestudeerd, ging hij voor zijn doctoraal naar Utrecht. In het kader hiervan verbleef hij ook een half jaar in de Verenigde Staten. De titel van zijn proefschrift luidde: “Teaching and student outcomes (2001)”. Vervolgens was hij tussen 2001 en 2005 post-doc op een onderzoek naar de omgang tussen docenten en leerlingen op multiculturele scholen.

Hij trouwde op 4 juni 2004 in Wijchen met Wendy Derks. Ze kregen twee kinderen: Tim en Bas. (1)

Tussen 2005 en 2007 was hij universitair docent, onderzoeker en onderwijskundig adviseur.

Vanaf 2007 was hij Universitair Hoofddocent op de Eindhoven Scool of Education en vanaf 2010 hoogleraar Science Education and Education for Science, onderzoeksdirecteur aan de ESoE. In 2015 werd hij er directeur van de lerarenopleiding.

In 2017 maakte hij een overstap naar Wageningen. Hier is hij nu hoogleraar Educatie- en Leerwetenschappen aan de WUR en leerstoelhouder van de leerstoelgroep met dezelfde focus (ELS). Zijn onderzoek interesses liggen op het vlak van onderwijsinnovatie, innovatieve leeromgevingen, docentprofessionalisering en het leren van docenten. Ook heeft hij veel onderzoek gedaan naar docenten in het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld waar het gaat om orde houden en klassenmanagement. Recentelijk is onderwijs met ICT ook een onderwerp van aandacht.

Ook is hij voorzitter van het 4TU Centre for Engineering Education, een innovatiecentrum van de vier technische universiteiten in Nederland. In dit centrum worden vak- en curriculum innovaties opgezet, ondersteund en onderzocht, en onder de aandacht van docenten en ondersteuners in het hoger onderwijs gebracht. (2).

Universiteit Wageningen.

Hij heeft al een lange lijst van publicaties (zie zijn Wageningen pagina: noot 2). Een paar voorbeelden zijn:

"Cultivating the growth of life-science graduates: on the role of educational ecosystems." Inaugurele rede 2018.

     Wageningen: Education & Learning Sciences, Wageningen University & Research.

0  "Leraar in een kleurrijke school. Keuzes en overwegingen van docenten rondom het lesgeven op een multiculturele school." P.J.

    den Brok, , M. Hajer, J. Patist & L. Swachten (2004). Amersfoort: Coutinho.

0  P. den Brok, T. Wubbels, & T. Mainhard (2018). Developments in quantitative methods and analyses to study learning

     environments. In D. Zandvliet & B. Fraser (Eds.) "Thirty years of learning environments: Looking back and looking

     forward " (pp.41-58). Advances in Learning Environments Research, volume 11. Rotterdam: Brill/Sense.

0  P.J. den Brok & J.W.F. van Tartwijk (2015). "Teacher-student interpersonal communication in international education."

     In M. Hayden, J. Levy & J. Thompson (Eds.), The Sage handbook of research on international education, volume 2, 2e druk

    (pp. 309-324). London: Sage.

 

Bronnen:

1. Voor informatie over de voorouders van Perry den Brok, zie "Genealogie van Wouter Broc

   (http://www.eenbrokvooroudergeschiedenis11.jouwweb.nl) bij Generatie XXI-55  en

   "De vooroudergeschiedenis van Willem den Brok" (http://www. eenbrokvooroudergeschiedenis1.jouwweb.nl).

2. Prof. P.J. (Perry) den Brok- WUR (https://www.wur.nl/nl/Personen/Perry-prof.dr.-PJ-Perry-den-Brok.htm)

Willem den Brok, juni 2022

Bijgewerkt tot september 2022.

 

Wil je zoeken naar de voorouders, kijk dan op: Genealogie van Wouter Broc.

 

Wil je terug naar de homesite, klik dan op: Voorouders. Genealogie door Willem den Brok.